Geschreven door Jos Reinhoudt on 11 maart 2016
Wie wint de strijd? De glasharde marketeers van miljardenbedrijf Apple, gespecialiseerd in peperdure design-gadgets? Of de goedwillende vrijwilligers van de Repair Cafés, een wereldwijd netwerk van knutselaars met twee rechterhanden die kapotte spullen repareren?
Apple wil zoveel mogelijk nieuwe producten verkopen en presenteert daarom jaarlijks met veel bombarie die allernieuwste elektronische innovaties, die de Apple-producten van vorig jaar totaal achterhaald laten lijken. Repair Cafés proberen juist spullen zo lang mogelijk mee te laten gaan. Daarmee voorkomen ze niet alleen een berg afval, maar zitten ze ook de marketeers dwars.
Cupertino-Bathmen
Beide hebben het tij mee: de winsten van het ICT-bedrijf uit Cupertino (Californië, VS) slaan alle records. Maar vlak het Repair Café niet uit: deze week werd de duizendste vestiging geopend. Dat was in Bathmen (Overijssel, NL), maar er zijn vestigingen op zes continenten.
De mannen en vrouwen van de Repair Cafés repareren niet alleen gratis allerlei huishoudelijke elektronica, ook met stoelen, kleding, koffiezetapparaten en fietsen weten ze wel raad. Hun motto is: weggooien? Mooi niet! Maandelijks lappen ze 18 duizend gesneuvelde producten op. Dat levert alleen al in Nederland bijna 5000 mensen werk op.
Error 53
Bij Apple zitten ze daar niet op te wachten. Als de vingerafdrukscanner van je iPhone-6 kapot gaat, kan alleen Apple zelf hem repareren. Laat je dat een ander bedrijf doen, dan krijg je te maken met de beruchte ‘error 53’ en is je dure iPhone deaud. Een reparatie bij Apple kost minimaal 400 euro, veel duurder dan bij een andere reparateur. Onder dreiging van een rechtszaak heeft Apple beloofd deze vorm van ‘klantenbinding’ te laten varen.
Wie wint de strijd? Lastig te zeggen. Vooralsnog is het 1-0 voor de Repair Cafés, maar nog steeds maken veel fabrikanten hun producten met opzet zo dat ze snel kapot gaan en moeilijk te repareren zijn. Voor de lokale werkgelegenheid en een afvalloze, circulaire economie is dat natuurlijk niet goed. Bovendien: ook met onderhoud en reparaties is een boterham te verdienen. Daarom zetten we ‘een monteur in dienst nemen’ op de nationale to-do-lijst.
Met dank aan Jos Reinhoudt voor het toestaan van het doorplaatsen van deze blogpost.